Leo Herberghs
uit: Mijzelf achterna, Plantage, Leiden, 2006.
Luister naar het gedicht van Leo Herberghs (op dinsdag 13 december om 12:00 uur)
Opnieuw, als bij van Strijtem, woorden die zijn losgemaakt van de dichter. Wat de dichter laat afdalen in de groeve, wat 'ten grave wordt gedragen' (eigenlijk: gelegd) is :'mijn woord'. Maar woorden kunnen uiteindelijk niet los staan van een persoon; je kan dus lezen dat de dichter zijn eigen dichterschap laat afdalen in de groeve - bij het voelen naderen van zijn levenseinde.
Van alle dingen die hem omringd hebben in de loop van zijn leven zijn er twee aan het einde overgebleven: stenen en gras zullen 'mijn woord' begeleiden in deze groeve, bij deze laatste rustplaats. (Zo ging ook Elckerlijc op zijn laatste tocht, vergezeld alleen door Deugd, de enige die was overgebleven van al zijn vrienden.)
Stenen, die de groeve zullen afsluiten, en de stilte van het woord definitief maken. Stilte en zachtheid, de essentie die aan het einde van het leven is overgebleven: het zachte gras, dat de groeve bedekt. The rest is silence.
Maar toch is dat niet alles: stenen en gras staan ook symbool voor twee polen: de harde, dode stenen verwijzen naar het onomkeerbare, het definitieve; maar het gras verwijst naar leven, naar een nieuw begin, een cyclus die zich steeds herhaalt.