Toon Tellegen
uit Als we vlammen waren, Querido, Amsterdam, 1996
Een man dacht:
wanneer zal ik eens
één minuut niet
aan haar denken?
Nu?
Hij ging zitten
en dacht één minuut
niet aan haar
Toen stond hij op
en wandelde verder
dacht verder
steeds verder
zonder tussenpozen
aan haar
Een obsessie kan iemands leven verwoesten. Gedachten die niet losgemaakt kunnen worden van een gebeurtenis, een persoon; die steeds maar in dezelfde richting gaan: dat is een vorm van gevangenschap. Maar hier, in de lichte toon en de gewone, alledaagse taal van dit gedicht, is dat niet aan de orde. Tellegen speelt er juist mee, door het zelf sturen van de gedachten, te benadrukken. Geen dwang, maar soevereine vrijheid. De man kiest zelf het moment, heel bewust: 'Hij ging zitten / en dacht één minuut / niet aan haar'. En daarna neemt hij zelf de beslissing zich opnieuw over te geven aan het geluk aan haar te denken, een eindeloze, onafzienbare tijd: 'Toen stond hij op / en wandelde verder / dacht verder / steeds verder /zonder tussenpozen / aan haar'.