45 Een man dacht

Toon Tellegen

uit Als we vlammen waren, Querido, Amsterdam, 1996

 

Een man dacht:

wanneer zal ik eens

één minuut niet

aan haar denken?

Nu?

Hij ging zitten

en dacht één minuut

niet aan haar

Toen stond hij op

en wandelde verder

dacht verder

steeds verder

zonder tussenpozen

aan haar

Een obsessie kan iemands leven verwoesten. Gedachten die niet losgemaakt kunnen worden van een gebeurtenis, een persoon; die steeds maar in dezelfde richting gaan: dat is een vorm van gevangenschap. Maar hier, in de lichte toon en de gewone, alledaagse taal van dit gedicht, is dat niet aan de orde. Tellegen speelt er juist mee, door het zelf sturen van de gedachten, te benadrukken. Geen dwang, maar soevereine vrijheid. De man kiest zelf het moment, heel bewust: 'Hij ging zitten / en dacht één minuut / niet aan haar'. En daarna neemt hij zelf de beslissing zich opnieuw over te geven aan het geluk aan haar te denken, een eindeloze, onafzienbare tijd: 'Toen stond hij op / en wandelde verder / dacht verder / steeds verder /zonder tussenpozen / aan haar'.