gedichten langs de geul valkenburg

13 De zin van wandelen

Miriam Van hee

uit Buitenland, De Bezige Bij, Amsterdam, 2007

o 78w

Ook Miriam Van hee denkt na over herinneringen, zoals Bernlef dat doet in Het vrije veld. Herinneringen drukken je met je neus op het vergaan van de tijd, het verloop van je leven. In beide gedichten is het een plaats, die de herinneringen in gang zet. Maar bij Miriam Van hee is het de intense zintuiglijke en lichamelijke ervaring van de omgeving, de nabijheid van de aarde, die als een trigger werkt. Het is de gewaarwording van geuren (zoals Proust dat ook beschrijft in Op zoek naar de verloren tijd) die plotseling een brug slaat, over alle jaren die vergaan zijn heen, naar 'vroeger, je jeugd' ; en je doet beseffen hoe je toen vooruitkeek ('je verlangen, je kende de weg niet / noch de bestemming'), maar je ook dicht bij dit moment brengt, bij de vorm die je leven sindsdien heeft gekregen ('deze vreugde').