Remco Ekkers
uit: Haringen in sneeuw, Leopold, Amsterdam, 1984
Twee paarden, die zichzelf zijn, met hun warme lijf, in een weiland staand, - maar die ook een symbool zijn: van de lente en de zomer: dicht bij elkaar, eigenlijk een geheel vormend, in elkaar overgaand. Een ode aan de seizoenen, aan de omgeving, aan samen zijn, verbondenheid, aan tevredenheid.
Een zelfde tevredenheid als het schaap van Mark Boog?