Campert, Remco

REMCO CAMPERT

(1929 Den Haag)

Campert bezocht de mulo en het gymnasium. Van meet af aan wilde hij schrijver worden. Hij woonde op diverse plaatsen, maar Amsterdam was de plek waar hij voortdurend terugkeerde. Voorjaar 1950 richtte hij met Rudy Kousbroek het tijdschrift Braak op. In juli van hetzelfde jaar werd de redactie uitgebreid met Lucebert en Bert Schierbeek. Net als het door Simon Vinkenoog opgerichte blad Blurb fungeerde Braak als platform voor experimentele dichters. Na het verschijnen van de bloemlezing Atonaal in 1951, onder redactie van Vinkenoog, werden de deelnemende dichters, waaronder ook Gerrit Kouwenaar, Jan Elburg en Hugo Claus, aangeduid als de Vijftigers. Zij waren allen in verzet tegen de literaire traditie en zij deelden het besef dat een nieuwe poëzie aan het ontstaan was. Campert was de minst experimentele dichter en gold als 'de meest verstaanbare Vijftiger'. Zijn werk bevat veel autobiografische elementen en is vaak cynisch of ironisch. In 1976 ontving hij de P.C. Hooft-prijs voor zijn poëzie. In 1979 kwam de dichtbundel Theater uit en een bundel verhalen met de titel Na de troonrede. Zijn beroemde roman uit 1961, Het leven is vurrukkuluk, is opnieuw uitgegeven als 'kado' aan de lezers in de campagne Nederland Leest 2011.